home-filladd-homescreenemail1whatsappsearchmenuarrowcrossDutch flagBritish flagGerman flag

Hen of hun

Het verschil tussen hen en hun

De persoonlijke voornaamwoorden hen en hun worden weleens door elkaar gehaald. Dit is een makkelijke regel om te onthouden wanneer welk woord wordt gebruikt:

Hen - Vaak staat er een voorzetsel voor, of kan er een voorzetsel voor staan.
Hun - Staat nooit een voorzetsel voor.

Verder is ‘hen’ (zonder voorzetsel) het lijdend voorwerp in een zin en ‘hun’ het een bezittelijk voornaamwoord. Ook wordt hun gebruikt als meewerkend voorwerp. Dat is een uitzondering op de regel. Je kunt in dat geval hun gebruiken, om hen met voorzetsel te vervangen.

Onderstaande voorbeelden maken deze regels duidelijker:

Jan heeft hen gezien terwijl hij in de auto reed.
Hen is in deze zin lijdend voorwerp (wie heeft Jan gezien?).

Jan geeft zijn autosleutel aan hen.
Hen is in deze zin meewerkend voorwerp (aan wie geeft Jan zijn autosleutel?). Hier wordt het woordje hen gebruikt, omdat het voorzetsel ‘aan’ ervoor staat. Vaak wordt in deze context hun gebruikt, en dat is niet correct.

Jan geeft hun de autosleutel.
Hun is in deze zin ook het meewerkend voorwerp (aan wie geeft Jan de autosleutel?). Hun wordt hier gebruikt i.p.v. aan hen, en dan mag het wel.

Dat is hun auto.
Hun is hier een bezittelijk voornaamwoord (van wie is de auto?).

Bekijk ook